Winterprei

Winterprei
ALLIUM PORRUM L. var. FARINTO


Planten
JANFEBMAAAPRMEIJUNJULAUGSEPOKTNOVDEC

Oogsten
JANFEBMAAAPRMEIJUNJULAUGSEPOKTNOVDEC

plantafstand

40 x 10

Buiten

Buiten


Prei groeit het liefst in de zon op een lichte, vocht vasthoudende, humusrijke grond. Prei vraagt een bemesting waarin ongeveer evenveel kalium als stikstof aanwezig is. Regelmatig, en zeker na de winter, bijmesten is aan te raden. In droge periodes geef je prei best wat water.

Wat bij prei veel voorkomt zijn zilveren vlekjes op het blad. Die ontstaan door trips. Trips is een insect. Zowel de larve als het volwassen insect voeden zich met het sap uit een preiblad. Beregenen, waardoor de planten vlot groeien, beperkt de schade. De trips tast normaal ook slechts het groene gedeelte van de plant aan.

Ook papiervlekkenziekte, te herkennen aan grote, onregelmatige, witte, verdroogde vlekken, komt regelmatig voor. Op deze plaats knikt het blad ook vaak om. Dit komt vooral voor bij regenweer en wordt verspreid door opspattend water. Bodembedekking door mulchen werkt preventief.

Prei kunnen we normaal bewaren op het veld. Let wel: herfstprei moet geoogst worden voor de eerste vorst, winterprei kunnen we in principe laten staan tot maart-april. Winterprei vervriest slechts bij extreme vorstperiodes.